Ook Donald mag er zijn

Voorgeschiedenis van Donald Bemba, door zijn grootmoeder verteld aan de schoolbegeleider van de blindenorganisatie in Douala

‘ Mijn dochter raakte zwanger toen ze zestien was,; ze zat toen nog op school.Omdat ze niet wilde dat wij erachter kwamen, heeft ze steeds pogingen gedaan de zwangerschap af te breken, niet in het ziekenhuis, maar met whisky en traditionele middelen. Maar dat lukte haar niet en haar toestand werd zichtbaar. Ondanks ons herhaald vragen heeft ze nooit verteld wie de vader was en dat ze geprobeerd had zich van het kind te ontdoen. Zo brak dan de dag aan van Donalds geboorte. Alles verliep goed, maar na de bevalling raakte mijn dochter in coma. Vanuit het gezondheidscentrum waar ze bevallen was, werd ze toen overgebracht naar het Laquintini ziekenhuis in Douala.’

In alle consternatie wist ik niet voor welk leven van de twee ik moest kiezen. Ik koos toen maar voor mijn dochter omdat ik dacht dat het kindje het toch niet zou redden. Ik liet het daarom in het gezondheidscentrum achter. Pas drie dagen later, toen mijn dochter weer bij kennis kwam, besloot ik te gaan kijken of de baby waarvan ik dacht dat die nu wel dood zou zijn, al begraven was. Tot mijn grote verrassing was het kind na drie dagen zonder verzorging nog steeds in leven. Toen nam ik het ook maar mee naar Laquintini om verzorgd te worden. Nadat Donalds moeder was opgeknapt, ging ze er vandoor, zonder dat wij wisten waarheen. Ze liet ons met het pasgeboren jongetje zitten. Pas een paar maanden later ontdekte ik dat het niet kon zien. Ik ging weer met hem naar het ziekenhuis. Daar kreeg ik te horen dat het probleem ontstaan was door de toxische middelen die zijn moeder genomen had om hem te aborteren.’

Onze financiële offers om Donald te kunnen laten zien hadden weinig succes. Volgens de  dokter kon het kind maar met één oogje zien, en na de behandeling kon dat oog nog alleen maar schimmen onderscheiden. Daarbij kwam nog dat het kind na drie jaar nog steeds niet kon praten. Op instigatie van de arts had ik een voor ons gigantisch bedrag van meer dan 1.800 euro uitgegeven voor middelen om het kind aan het spreken te krijgen; voor een behandeling van drie jaar zou de arts hem dan van dag tot dag kunnen volgen. Zo gebeurde. Pas met vijf jaar begon Donald dan een paar woordjes te spreken. Daarna liep  hij een ziekte op waardoor hij geen rust kon vinden. Hij werd instabiel en had geen controle meer over zijn spieren, maar volgens de dokter was dat het gevolg van de medicatie. Zodra de behandeling was voltooid zou alles goedkomen.

‘Al die tijd wisten we niet waar mijn dochter verbleef, en de dag waarop zij ons een teken van leven gaf, had ze een nieuwe baby te verzorgen en woonde ze bij een man in Yaoundé. Ik had alles gedaan om haar te overreden het kind terug te nemen, maar vergeefs. Ze zei steeds niet te weten waar ze heen moest met een kind dat niet kon zien, wat moest daar later van worden? Nee, het zou maar beter zijn het te laten doodgaan.’ Ook ik wist niet wat ik met Donald aan moest of naar welke school ik hem moest sturen. Ik liet hem daarom maar thuis.

De schoolbegeleider vertelt:

Op een dag sprak een vriend die het kind gezien had, de grootmoeder over de blindenschool in de wijk Newbell. Zo kwam ze dan op ons centrum terecht. Met tranen in haar ogen legde ze ons zijn situatie voor. We gaven haar allerlei adviezen om haar weer moed en vertrouwen te geven en zo begon Donald naar school te gaan. Maar na zes maanden kwam hij niet meer, want zijn grootmoeder die ver van de school woonde, moest maandelijks ruim 38 euro aan vervoerskosten betalen en dat kon ze niet langer opbrengen. Ik heb haar toen voorgesteld het kind bij mij in huis te nemen, waarvoor zij mij dan minimaal zes euro per maand zou geven voor zijn ontbijt en twaalf euro voor zijn vervoer naar school. Ze was akkoord, maar heeft alleen voor het tweede trimester 2009 betaald. Daarna vertelde ze me alleen nog maar over haar ziektes, waardoor ik niet de moed had haar verder nog om geld te vragen. Op een gegeven moment stelde ze noodgedwongen voor om het kind dan maar bij zich thuis te houden. Hoewel wijzelf dagelijks ook de eindjes aan elkaar moeten knopen, heb ik haar toen aangeboden Donald bij mij in huis te nemen en voor hem te zorgen als voor mijn eigen kinderen. Ik zag zijn grootmoeder nu nog maar tweemaal per trimester: als ik Donald kwam halen en als hij met vakantie ging. Donalds moeder woont tegenwoordig ook in Douala. Ze had nog een derde kind gekregen, maar was uit huis gezet door de vader van de twee laatste kinderen. Er is alsnog geprobeerd haar te overreden Donald terug te nemen, maar ze woont nu op een kamer en kan haar twee kinderen nu al nauwelijks te eten geven. Wat moet er van haar worden? Ik heb Donald in huis genomen omdat ook hij recht heeft op onderwijs. Trouwens, van de negen kinderen die wij begeleiden is hij het intelligentst, hoewel het onderwijs aan hem wel een specialistische aanpak vereist. Hij reageert soms als iemand die lijdt aan de gevolgen van hersenvliesontsteking, wat problemen geeft met brailleschrijven met een prikpen. Maar met een Perkins brailleschrijfmachine kan hij heel goed uit de voeten. Hij heeft ook vaak last van zenuwpijnen. Maar de arts heeft in zoverre wel gelijk gekregen dat zijn gedrag toch langzaam verbetert.

Donald Memba

0 Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*